 |
|
|
|
|
|
|
.
Millers Oils Millers Oils komt uit Engeland, bestaat sinds 1887 en is producent van motor- en versnellingsbakolie, smeermiddelen en additieven voor klassieke motoren en voertuigen. Tevens biedt Millers ook speciaal smeerolie voor motoren die methanol gebruiken als brandstof. Smeerolie bestaat uit minerale basisolie eof een synthetische olie. Mierale basisoliën kunnen bestaan uit bepaalde groepen natuurlijke koolwaterstoffen die onderling verschillende fysieke eigenschappen zoals viscositeit, vluchtigheid en thermische stabiliteit hebben. Een synthetische olie is een soort kunstmatige olie met haast superieure eigenschappen waarvan voor autosmeermiddelen vaak, verslik je niet, polyalpaolefine (PAO) wordt gebruikt. PAO's hebben een hoge viscositeitindex (VI), lage vluchtigeid, hoge thermische stabiliteit, bestand tot 230°C, een sterke oliefilm en zijn biologisch afbreekbaar (niet geheel onbelangrijk). Voor de oude 2CV's is deze olie echter niet geschikt. Dat is overigens qua prijs mooi meegenomen want ze zijn 5 tot 6 keer zo duur. In de basis dient een goede motorolie: - de slijtage en wrijving tot een minimum te beperken - de warmte af te voeren - vuile bestanddelen af te voeren - af te dichten en zo voor een goede compressie te zorgen - geluid te isoleren Bij de minerale basisolie worden daartoe additieven of dopes toegevoegd om de kwaliteit te verbeteren. De belangrijkste additieven zijn: - Detergerende doops om de bewegende delen tegen vervuiling te beschermen. Ze voorkomen afzettingen en neutraliseren zuren die bij de verbranding (en condensatie) ontstaan. Voor de neutraliserende werking van zuren is het Total Base Number (TBN) van belang. Hoe hoger dit getal hoe groter de neutraliserende werking. - Dispergerende doops om de vuile bestanddelen in oplossing te houden. Dit zijn moleculen die een geladen (polaire) kop hebben. Ze hechten aan de vuildeeltjes zodat deze door de gelijke lading elkaar afstoten en zwevend blijven. - antioxidanten om de oxidatie van de olie door de hoge temperatuur vertragen. Oxidatieproducten zijn zuur van aard waardoor corrosie ontstaat. een belangrijke eigenschap van smeerolie is de viscositeit ofwel hoe dik of dun de olie is. Tot de jaren 50 waren de oliën single-grade. Voor de zomer was er een SAE 40 olie en voor de winter een SAE 30. Het verschil zat hem dus in de dikte van de olie. Voor de winter was een dunnere olie nodig, omdat het dan kouder was en voor de zomer andersom. Om aan het ongemak hiervan tegemoet te komen is de multigrade olie ontwikkeld met de bekende aanduiding SAE 10W/40 of 20W/50 waarvan de W voor winter staat (bij koude motor). Olie wordt mt het oplopen van de temperatuur altijd dunner, en dus is de mate waarin dit voorkomen kan worden bepalend. Zogeheten VI-(viscositeit) verbeteraars in een multigrade olie zorgen ervoor dat de viscositeit bij het stijgen van de temperatuur goed blijft. De olie blijft zodoende dik genoeg bij het oplopen van de temperatuur. Voor de klassieke motoren, zoals onze 2CV, is echter het probleem dat de viscositeit van multigrade smeerolie sneller achteruit gaat dan bij moderne motoren. En dus verliest de smeerolie ook sneller zijn smerende en koelende eigenschappen. Motoren werden vroeger gebouwd met grotere toleranties dan tegenwoordig. De smeerolie had ook een hogere viscositeit. Moderne blokken kunnen met een dunnere olie toe en deze is dus te dun voor een goede smeeroliedruk in een klassiek blok. Bij erg oude klassieke blokken, die van voor de oorlog, blijkt dat die mooie dispergerende dope juist een averechtse werking heeft. Bij die blokken moet het vuil juist in het carter bezinken want er zijn geen fijne filters die het vuil verwijderen voor het retour naar de lagers gaat. Je kunt dus bedenken wat er gebeurt met je lagers! Hier is het dus zaak erop te letten dat de juiste olie wordt gebruikt. Ook lekt bij klassieke motoren meer brandstof via de cilinder naar het carter (dit is vooral het geval bij dunnere olie zoals 15W/40 omdat deze olie niet vor de juiste afdichting zorgt). Volgens Millers behoudt jun 20W/50 langer de viscositeit. omdat deze olie in de top van het viscositeitsgebied zit. Populair gezegd, de olie blijft langer dikker in vergelijking met andere olie. Inloopolie Na een revisie dient in de regel eerst een inloopolie (Running-in-oil) gebruikt worden. Dit is een schrale olie met weinig additieven. Deze olie laat een beperkt metaal-op-metaalcontact toe, zodat de ten opzichte van elkaar bewegende delen op elkaar ingelopen raken, wardoor een optimale compressie kan onstaan. Tijdens dit inlopen wordt redelijk wat olie verbrand en daarom mogen er ook niet teveel additieven in zitten daar deze bij verbranding een metalen as achterlaten in de verbrandingsruimte die bij langere ritten gaat gloeienn en zorgt voor spontane ontvranding van het brandstor/ lucht mengsel, dus voor de bougie haar vonk geeft: pingelen=schadelijk. Dit onstaan van schadelijk afzettingen in de verbrandingsruimte vindt ook plaats bij het gebruik van dunne multigrades in een klassiek blok omdat de dunne olie makkelijker in de verbrandingsruimte komt door de ruimere tolerantie in zo'n blok en in tegenstelling tot Running-in-oil wel veel additieven bevat. Na de inloop periode dient dan een klassieke olie (20W.50) worden gebruikt. Dit resulteert dan in een optimale compressie, betere smering, een schonere- (minder lekgassen), stillere en soepeler motor. In het algemeen geldt dat voretuigen vanaf 1975 geen klassieke olie nogid hebben. Bij Zweedse en Duitse merken schijnt dat nog enkle jaren vroeger te liggen. Goedkope merkoze sneerloie is sowieso af teraden. Het is de vraag of de additeiven gebruikt zijn die een goede kwaliteit vereist. Voor de meeste klassieke motoren maakt Millers Oil een klassieke 20W/50 olie met moderne additieven, de zogenaamde Millers Classic 20W50 olie. Voor de racerij met klassiekers is de 20W50 Classic Sport halfsynthetische olie ontwikkeld die nodig is voor de zware belasting waartegen synthetische bestandsdelen beter bestand zijn. Voor onze 2CV's betekent dit het volgende. Na de inloopperiode (sirca 800 km) dient na een revisie een klassieke olie (20W/50) worden gebruikt. Dit resulteert dan in een optimale compressie, betere smering, een schonere motor (minder lekgassen) en een stillere en soepeler motor. Odat Millers relatief kleine hoeveelheden maakt is het makkelijker om op specifieke eisen van gebruikers in te gaan. Grote oliemaatschappijen kopen een additievenpakket bij een additievenproducent dat toepasbaar is op zoveel mogelijk soorten smeerolie. Dit omdat additeven reletief duur zijn. De Millers olie kost meer, maar stelt daarvoor betere kwaliteit te leveren. zo is de verkoopprijs van 5 liter Millers 20W50 ongeveer ƒ 45,- en van Classic Sport ongeveer ƒ 72,- . Van een TC-lid van de EEEC (als reactie op mijn bovenstaand schrijven) De oudere 2CV motoren hebben een inwendig oliezeef die enkel de funktie heeft om te voorkomen, dat boutjes, ringetjes en kiezelsteentjes (die tijdens het olie vullen het carter ingaan) niet meteen een ravage veroorzaken. Deze zeef heeft echt openingen zoals in een theezeefje, terwijl de poriën van een echt filter deeltjes van eenhonderdste mm er al uitfilteren. Deze zeef kan alleen schoongemaakt worden als het motorblok volledig uit elkaar wordt gehaald, dus veelal bij een revisie en niet eerder. In de 2CV motoren zit dus géén oliefilter! Het gebruik van een singel-grade olie (zoals b.v. SAE 30) is een achterhaald advies. De Eendmotoren zijn niet zo primitief en bovendien is de viscositeit van b.v. een multigrade 10W40 bij 0 graden F (- 18 Celsius) gelijk aan die van een 10W, dus relatief dun, hetgeen belangrijk is om de te smeren plaatsen snel te bereiken, en bij 210 graden F (+ 99 Celsius) gelijk aan de viscositeit van een SAE 40. Zelf heb ik in mijn 18 pk met 120.000 km eerst een volsynthetische 5W50 olie gebruikt, waarop de auto uitstekend liep, maar hetgeen wel een verhoogd olieverbruik tot gevolg had (ca 1 op 1000), en na vervanging door een 15W50 (dit keer half- synthetisch) is het weer gestabiliseerd op 1 op 2000). Kortom: de zegeningen van een moderne olie zoals ; stabiele viscositeit , reinigende eigenschappen, bestendigheid tegen hoge temperaturen, besparing van brandstof, bescherming tegen allerlei chemische invloeden (o.a.corrosie), het voorkomen van te hoge druk in de oliekoeler bij lage temperaturen, etc, mogen we mijns inziens onze troeteldiertjes niet onthouden. Dat er in oude handboeken SAE 20 e.d. wordt genoemd komt doordat er toentertijd nog geen multi-grade olien beschikbaar waren. In oude tandartshandboeken staat dat kiezen trekking zonder verdoving gebeurde, doen we tegenwoordig toch ook niet meer !! Met dank aan Laszlo Mogyorossy EEEC/ TC) voor dit verweer, waar wij allen lering uit kunnen trekken. Al enige jaren gebruik ik naar alle tevredenheid de semi-synthetische motorolie 10W40 van Kroon-Oil . Torsynth 10W-40 is een moderne brandstofbesparende, universele motorolie gebaseerd op minerale en synthetische basisoliën, die van nature een hoge viscositeitsindex bezitten. Uitgebalanceerde additieven zijn toegevoegd, om de volgende eigenschappen te verkrijgen: Brandstofbesparing (tot 2%) Zeer hoge viscositeitsindex en een grote weerstand tegen shearing Vlotte koude start Veilige smeerfilm bij hoge temperaturen Zeer goede detergerende en dispergerende werking (daardoor een hoge Black Sludge voorkomende werking) Zeer sterk anti-slijtage-, anti-corrosie- en anti-schuimvermogen |
.
|
|
|
|
*
Spiebanenvet Voor de aandrijfassen is het beter om wat dikker vet te gebruiken dan de gebruikelijke doorsmeervetten, omdat eerstgenoemde beter blijft zitten en een langduriger smering garandeerd. Het produkt dan ik heb gebruikt heet Lithium Grease EP-23 en is te verkrijgen bij: Konings Lubrication + Technology B.V. (KLT) Industrieterrein Dintelmond Markweg Zuid 33 4794 SN Heijningen tel. 0167-524454, fax 0167-524639 email: info@klt.nl Lithium Grease EP-23 is een hoogwaardig all purpose vet met extreme pressure toevoegingen. Het vet is uitstekend te gebruiken in smeerpunten, die blootstaan aan hoge drukken, schokken en trillende belastingen, vrij hoge werktemperaturen en daar waar weer en vuil gemakkelijk in het smeerpunt kunnen binnendringen. Het totale toevoegingen pakket garandeert een maximale bescherming ook onder zware omstandigheden, waardoor de te smeren delen langer meegaan en de onderhoudskosten tot een minimum beperkt kunnen weorden. Door zijn boterachtige structuur en ondanks de zeer visceuse basisolie is het vet bijzonder gemakkelijk te verwerken. Toepassingsmogelijkheden zijn o.a.: * alle type rol- en kogellagers in industrieel- en wegwerkverkeer gebruik * in de binnen- en zeegaande scheepvaart * smering van sluisdeuren en rioolzuiveringsinstallaties Meer technische informatie is uiteraard te verkrijgen bij de maker van deze site en bij de fa. Konings als hierboven vermeld. |
|
| Voor deze aandrijfassen ben ik nog op zoek naar een rubber hoes, deze zijn vroeger geleverd maar ik ben ze nog niet tegengekomen. Dus, als iemand een paar hoezen weet te vinden ....... |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|