|
|
|
D
eze 2CV heeft een 6 Volt gelijkspanning-installatie.
De elektrische installatie in de oudere Eend vóór 1970 is een "minimum-lijder"! Niet alleen omdat er slechts 6 V in het geding is, maar tevens wegens de toepassing van een gelijkstroom-dynamo. Het vermogen van deze dynamo is wel enkele keren enigszins verhoogd. Uiteindelijk bedroeg dit 150 W. Wordt er alleen overdag gereden, dan is er geen vuiltje aan de lucht. echter, bij beestenweer met het groot licht en de wisser aan, is genoemd vermogen onvoldoende om de accu opgeladen te houden, laat staan bij t laden. Dit moge blijken uit volgend staatje: |
Altijd: | ------------ |
bobine | 12 W |
benzinemeter | 1 W |
Verder: | ------------ |
groot licht | 98 W |
instrumenten verlichting | 2 W |
achterlichten | 10 W |
kentekenverlichting | 8 W |
ruitenwisser | 24 W |
. | ------------ |
Totaal | 155 Watt |
Dit totale vermogen dient incidenteel nog verhoogd te worden met:
|
k.b.= koolborstels | Paris-Rhône | Ducellier |
algemene code van de k.b. | PX 33 | UX 36 |
doorsnee slijtvlak k.b. | 15 x 7 mm | 15 x 5 mm |
minimale lente k.b | 9 mm | 6 mm |
minimale diameter k.b | 51 mm | 52,5 mm |
Laat de koolborstels nooit korter worden dan de minimale lengte! Dan zal het koperen draadje van de borstel de collector sterk doen inslijten. Plaats de veertjes steeds goed op/ om de "paaltjes". Bij de
Paris-Rhône dynamo moet de eerste én de laatste winding van de veer in een heel kleine uitsparing vallen om de goed verdeelde contactdruk te verkrijgen. Gebruik altijd veertjes van het juiste type. Die van Paris-Rhône zijn anders dan die van Ducellier. Als de borstel korter wordt zal de contactdruk afnemen. Hierdoor neemt de kans op vonkvorming langs de collector toe. Deze wordt daardoor bedekt met een zwarte laag koperoxide, dat geen goede geleider is. Bij een sterk verminderde contactdruk valt de laadstroom uiteindelijk geheel weg! Om de collector als van "goud" te laten blinken kun je het volgende doen. Laat de motor draaien zonder fan, maar zet voor de zekerheid eerst het anker vast met de bout + een grote sluitring. Houd vervolgens een reepje polijstpapier tegen de draaiende collector. Het is opvallend dat in de uitgebreide A-type-documentatie alléén bij de militaire Méhari melding wordt gemaakt van de contactdruk en van de toegestane minimale borstellengte. Om een goede verdeling van de slijtage tussen collector en borstels te verkrijgen dienen de laatste van het juiste type te zijn (hardheid). Een ingesleten collector kan afgedraaid worden met in achtname van de minimale doornsnee van de collector, ook kan een ingesleten collector gedeeltelijk verwijderd worden. Als één van beide niet geschiedt gaan de borstels huppelen, hetgeen met vonkvorming gepaard gaat . Voorkomen dus! |
Vervanging van de Dynamo
Na het losnemen van beide aansluitdraden én de 2 lange bevestigingsbouten van de dynamo mag er niet aan het borstelschild getrokken worden. Hieraan zijn de verbindingsdraden van de veldspoelen bevestigd die breken kunnen. De stalen cilinder waarin de veldspoelen zich bevinden moet tezamen en gelijktijdig met het borstelschild uit de boring in het motorcarter naar voren getrokken worden. |
|
|
Na verwijdering van het borstelschild + veldspoelen kan het anker losgenomen worden. Deze moet van het tapse einde van de krukas afgetrokken c.q. afgedrukt worden. Hiertoe wordt aan de voorkant in het anker een bout met enigszins spits doch stomp uiteinde geschroefd. De schroefdraad van deze bout is FF2- (spoed 1,5 mm). De lengte is 90 mm. Het gereedschapnummer van Citroën is 2205T/ VA. Deze bout is in de metaalhandel te koop. Zelf heb ik een trekkerbout gemaakt die te zien is op de pagina Gereedschappen. De bevestigingsbouten van de Paris-Rhône-dynamo hebben een lengte van 95 mm, die van Ducellier zijn 93 mm lang. Deze bouten moeten voorzien zijn van isolatiebuisjes. Het vastdraaimoment van deze bouten is slechts 0,5 à 0,8 kgm,. hetgeen weinig is. De dikste verbindingsdraad naar de "DYN"-aansluiting van de regelaar heeft een kabelschoentje met een gat van 5 mm; die naar "EXC" van 4 mm. Verwisselen is dus bijna onmogelijk. Het kan alleen voorkomen als je de draden wilt voorzien van nieuwe isolatie waarvoor de kabelschoentjes verwijderd moeten worden m.b.v. een soldeerbout. Bij het terugplaatsen dient het juiste schoentje op te juiste plaats te worden gesoldeerd om verwisselen te voorkomen. Vervanging van de Regelaar "Een kind kan de was doen" (behalve bij ons want die zijn nog te klein): Elke aansluiting heeft een bout met unieke diameter. Vergissen is dus onmogelijk. Een exemplaar van Paris-Rhône mag door één van Ducellier vervangen worden en omgekeerd ongeacht het merk van de dynamo. V.w.b. de typenummers zijn er wel beperkingen. Combinatie typenummers regelaar èn dynamo In de loop der tijd zijn diverse typen van meerdere merken toegepast, hetgeen uit het onderstaande blijkt: |
. | periode: | tot 9/'55 | 9/'55 - 7/'62 | 7/'62 - 5/'70 |
Dynamo's: | . | . | . | . |
. | Citroën | A532-0(a) | - | - |
. | Paris-Rhône | G11R60 | G11R76 | G11R111 |
. | Ducellier | - | 7060 | 7276 |
Regelaars: | . | . | . | . |
. | Paris-Rhône | XD220 | XD220 | XT212 |
. | Ducellier | SP19 of 1283 | 1283 | 8325 |
. | SNA | ED2S13 | ED2S14 | - |
. | Cibié | - | H23 | D67 |
Afmeting: | - | klein | klein | groot |
De typenummers van de dynamo's staan op het borstelschild. Maar let op!
Een verkeerde veldspoel kan er toch gemakkelijk op aangesloten worden! Het typenummer van de regelaar bevindt zich op het voetstuk. Bovenstaande combinaties zijn BINDEND per kolom!!! Experimenteer er niet mee, want het werkt echt niet, maar de regelaar kan wel gemold worden. De oorzaak is de methode van aansturing van de veldspoelen: Vóór 7/ '62 werd ten opzichte van de min (massa) geregeld en vanaf die maand ten opzichte van de plus. De schemaatjes hierna kunnen dit hopelijk verduidelijken. |
De oudere regelaars hebben opvallend kleinere afmetingen dan het nieuwste type.
Eveneens geschiedt het laden van de accu op een andere wijze. Bij de oude (kleine) regelaar is de laadstroom niet constant; zij wordt steeds minder naar gelang de accu "voller" is. Bij de grotere, nieuw regelaar heeft de laadstroom een constante waarde totdat de accu vol is. Laatstgenoemd proces gaat dus sneller. Zie onderstaande twee keer vier figuurtjes: |
Op basis van het verschil in uiterlijk zijn de veldschoenen te onderscheiden. Het duidelijkst is de verschil tussen de oude en de nieuwe Paris-Rhône-veldspoelen.
De gaten in de kabelschoentjes hebben een "gids"-functie: die met een gat van 4 mm zit altijd op de dynamoaansluiting welke met "EXC" van de regelaar verbonden is. Het kabelschoentje met een gat van 5 mm is bij de oude veldspoelen verbonden met de =borstel en bij de nieuwe uitvoering met de massa = het borstelschild. [ hieronder geeft de afbeelding linksboven het oude type Paris-Rhône (G11R60 & G11R76), rechtsboven het nieuwe type Paris-Rhône (G11R111), de afbeelding linksonder het oude type Ducellier (7060) en rechtsonder het nieuwe type Ducellier (7276) ] [ let goed op de diameter van het gat in het kabelschoentje ] klik op de afbeelding voor een vergroting van betere kwaliteit |
|
|
Het donkere rondje op de afbeelding in de omtrek van de stalen behuizing van de veldspoelen bepaalt de plaats van het borstelschild ten opzichte van eerstgenoemde. In feite heeft het borstelschild een kleine uitsparing, waarin een nokje van de veldspoelhouder valt. het borstelschild kan op twee, 180 graden ten opzichte van elkaar verdraaide, manieren op het carter gemonteerd worden; slechts die met de koolborstels bovenin is correct! |
De controle van de bekrachtigde dynamo is onderstaand aangegeven.
NB: maak bij auto's voorzien van het nieuwste type dynamo eerst het laadstroomcontrolelampje los, anders sneuvelt het. |
. | oude type | nieuwe type |
. | . | . |
Voltmeter tussen: | DYN-draad/ massa | DYN-draad/ massa |
de EXC-draad verbonden met: | massa | DYN-draad |
te meten spanning laag rpm: | 2 à 3 Volt | 2 à 3 Volt |
te meten spanning hoog rpm: | 20 Volt of meer | 20 Volt of meer |
De controle van een regelaar is niet eenvoudig uitvoerbaar. Het simpelste is om een te testen regelaar te monteren in een 2CV met goed werkende elektrische installatie. |
Bij het oudere type dynamo dient vooraf de ventilator verwijderd te worden, teneinde de =borstel os te kunnen nemen. Het voldoet ook om een isolerend stukje karton tussen de =borstel en de collector te steken. Verbind de van de regelaar losgenomen DYN-draad via een 45/ 40 Watt lamp met de = van de accu. De losgenomen EXC-draad wordt met de - klem van de accu verbonden. Als de lamp enkele seconden gebrand heeft, zijn de veldspoelen gemagnetiseerd. |
Aanvulling.
Indien de veldspoelen verkeerd aangesloten zijn, c.q. een verkeerd exemplaar gemonteerd is, is dat d.m.v. een meting simpel aan te tonen. Voorwaarde is echter dat zowel het anker als de veldspoelen zich elektrisch in goede conditie bevonden. De meetmethode staat vermeld bij metingen en testen . De aldaar genoemde ½V à 1V is dus de opgewekte spanning door het anker sec t.g..v. het remanent magnetische veld. Bij doorverbinden van "DYN" en "EXC" zal in de verkeerde situatie de spanning niet toenemen maar afnemen. Dit komt doordat het magnetische veld van de veldspoelen niet mee- maar tegenwerkt. Remedie: aansluitingen omwisselen. |
Nadat de collector is schoon geschuurd of afgedraaid is het belangrijk om de isolatie tussen de collectorbanen d.m.v. een smal mesje of zaagje dusdanig uit te hollen dat er ongeveer 1 mm hoogte verschil ontstaat met de buitenrand van de collector.
Tevens is het belangrijk deze isolatiegroeven volledig te ontdoen van koperstof/ vuil om kortsluiting/ stroomverlies te voorkomen. Bij het monteren van de ventilator dient men op het volgende te letten. Zet de zuigers in hun bovenste dode punt (BDP) middels draaien van de motor. Monteer de ventilator dusdanig dat als de slinger in de klauw van de ventilator grijpt deze een horizontale positie moet hebben. Dit voorkomt verwondingen aan de handen bij het aanslingeren van de motor. |
*
Hieronder de foto's van enkele onderdelen van de startmotor voor- en na de revisie. De inhoud van deze Ducellier startmotor zag er bijzonder goed uit, alles heb ik schoongemaakt met benzine en enkele dagen goed laten uitdampen. Daarna is alles opgemeten om te toleranties te bepalen. Het bleek dat twee van de drie lagerbussen vervangen moesten worden - de lagerbus aan de voorste zijde in het bendixhuis en de lagerbus van de bendix zelf. Deze lagerbussen heb ik laten vervangen bij een revisiebedrijf voor startmotoren dat gespecialiseerd is voor de scheepvaart. Zij waren zo welwillend om gelijk maar even de rotor door te meten en alles tussen de lamellen schoon te maken. De koolborstels waren nog zo goed als nieuw! |
Momenteel ben ik begonnen met het klaarmaken van de bedrading, een gedeelte van het kantoenen wikkel is verteerd en wil ik vervangen. Nog beter lijkt het mij om de gehele wikkeling te vervangen. Hiervoor zijn in de handel verschillende tapes, o.a. van Scapa Tapes uit Noord Amerika. Tevens is deze tape te bestellen bij Scapa Tapes in Eindhoven, Larixplein 2 - 5616 VB, tel: 040 292 33 00 of fax: 040 292 33 33. Belangrijk is natuurlijk wel om eerst de isolatie van de bedrading te controleren en waar nodig te herstellen middels krimpkous (verkrijgbaar bij de betere electonicaonderdelenwinkel - so, das eun mond vol). Tijdens het opnieuw wikkelen van de draadbomen heb ik gelijk één extra draad mee laten gaan als reserve. Mocht ik later besluiten nog een accessoire aan te sluiten o.i.d. dan heb ik in ieder geval in alle draadbomen een extra draad lopen. * Onderstaand een foto met de eerste wikkeling, later komt de foto met de uiteindelijke tweede wikkeling waardoor de gehele kabelboom opnieuw is voorzien van een katoenen wikkel dat vrijwel gelijk is met wat ze vroeger deden. De twee draden die v.a. de remschakelaar via de linker zijkant van het chassis naar de achterlichten gaat heb ik vervangen. De buitenste isolatie (alle draden in mijn 2CV hebben dubbele isolatie!) was op veel plaatsen gescheurd, dit zou ik kunnen verhelpen met krimpkous, maar het was netter en relatief goedkoper om deze draden geheel te vervangen door cilikonen-meesnoor welk eveneens een kern heeft van 0,75 met een dubbele isolatie. Het bijkomend voordeel van dit soort kabel is dat het goed bestand is tegen vetten en oliën, beter dan de originele kabels. Alle stekkers worden gecontroleerd op corrosie. nieuwe draden worden gesoldeerd aan de oude stekkers en geïsoleerd middels krimpkous - een hele klus wil je het netjes doen. Ik wil proberen een klein badje te maken waarin ik de verschillende connectors via elektrolyse opnieuw kan voorzien van een dun laagje zilver om het contact te optimaliseren - dit luisterd bij 6V nauwer dan bij 12V. Later meer hierover. |
Verlichting
Regelmatig merkte ik dat de richtingaanwijzer-verlichting niet altijd goed werkte ondanks het feit dat de "eierwekker" wel goed reageerde op het oog met het oor. Toch maar weer dit mechanisme open gehaald, er zat behoorlijk wat groene corrosie in van de koper onderdelen. Alles schoongemaakt en draainde delen licht ingevet met vaseline zodat het makkelijker draait. De richtingaanwijzers blijken weer naar tevredenheid te werken. Aan de voorkant en achterkant van deze schakelaar zit een klein verstelschroefje, waar die voor zijn weet ik nog niet maar kom ik vast wel achter en zal dat de uitleg hier plaatsen. |
homepage
|
top |